water-naar-de-see.reismee.nl

Verkeerde afslag

Wat er gebeurt als je niet links, maar rechts kiest bij de wegafscheiding. Dan ga je terug in de tijd en beland je in 1967.
We zijn in Italië en tot zover het goede nieuws. Ook hier gutst het uit de wolken, ondanks een aankondiging van beterschap door de buienradar. Morgen, ja morgen wordt het écht beter. We zullen het zien.
Bij het ontwaken in ons Spahotel in Bad Gastein, zo tegen half tien want het blijft zondag, doen we weinig moeite om snelheid te maken. We ontbijten wat, kijken van vier hoog zo’n 500 meter diep het dal in en zien bergen van 2.000 meter en nemen nog een espresso. Die is zo gruwelijk sterk, dat je zelfs de auto erop zou hebben kunnen laten rijden.
Doen we niet, we halen Oostenrijkse benzine en toch maar een vignet. En we halen een doosje Grüner Veltliner bij de plaatselijke super, want om de hoek geplukt. En zo rijden we het dal uit, naar boven. Als we een beetje gas geven, komen we net op tijd voor de autotreintunnel tussen Böckstein en Mallnitz.
We komen net te laat. Niet omdat er een verkeerslicht niet meewerkt, of dat we een afslag missen of doordat we te weinig vaart hebben, nee, een zondagsoptocht met een hoop marsmuziek en klederdracht gooit roet in het eten. We worden door de politie tegengehouden, want deze bonte stoet nationalistische ouderwetserij heeft voorrang. Nadat de laatste tamboer-maître de afslag heeft genomen en de politiemevrouw - die mij als voorste autobezitter op het hart heeft gedrukt niet te gaan rijden voor zij terug is van haar contact iets verderop in de straat – die haar fiat geeft, zoeven we weer verder. We komen voor een pilon tot stilstand. Het duurt 45 minuten voordat er weer een trein rijdt.
Lange tijd ziet het ernaar uit dat wij de enige zijn die door de berg willen, maar te elfder ure parkeert er een hele stoet achter ons. En vier motorfietsen voor ons. Die zullen als we door de tunnel zijn wel weer spijt hebben dat het dak boven hun hoofd een helm is, want daar is weer volop regen.
En dat duurt de rest van de middag. Zelfs wanneer we via Lienz Italië binnenrijden, is het bal.
Tot we in Brixen zijn, is alles tweetalig, rijden we achter een Ferrari aan die achter een vrachtwagen klem zit op de provinciale weg en wegen wij onze kansen om nog voor donker/zonder regen in Bozen/Bolzano te zijn.
Zo’n Ferrari is toch ook maar een voertuig dat het geluid maakt van een slecht afgestelde brommer. Maar goed, op een gegeven moment pruttelt hij langs de camion om vervolgens weer klem te komen zitten achter de auto ervoor. Daar heb je dan een topsnelheid van ruim 300 kilometer per uur voor bij je.
Zo’n 65 kilometer landinwaarts, doemt plots een kaartjesautomaat op. Of we een bonnetje willen trekken om de snelweg op te mogen. Tuurlijk, geen probleem. Maar daarna gebeurt het; Mariella neemt in de gauwigheid de verkeerde afslag omdat ze in de war was gebracht door een kluitje verboden-in-te-rijdenborden. Waar die op sloegen, is een raadsel, maar nu zitten we dus wel op de weg naar Brenner en niet naar Bolzano.
Mooie pech, want 30 kilometer verderop is pas de eerste afslag. En het wordt erger.
Vijf kilometer voor die afslag in Vipiteno, zo’n tien voor de Oostenrijkse grens, staan we in een dikke file. Omdat we er toch af willen, schiet dát nog wel een beetje op – het staat vooral vast naar Brenner. Boven aangekomen, staat alles muurvast op de rotonde en de aanvoerende wegen. Tolweg betekent weinig op- en afritten, dus alles moet via het dal en dit dal staat door de file op de snelweg gierend vast. Aan de borden kunnen we zien dat er alleen een oprit Brenner is en geen oprit Bolzano, dus we hebben sowieso pech. Terug de snelweg op kunnen en willen we niet, dus we gaan over de binnenweg, door het dal, strak langs de A22 naar Bolzano.
We kunnen steeds de snelweg zien liggen, maar komen er niet op. Dat kan pas weer in Brixen.
Onderwijl is het tegen vijven en wordt het weer beduidend slechter. De ruitenwisserbladen zwiepen het hemelnat links en rechts van de voorruit en we kiezen voor plan B.
Dat is vaak een heel goede keus.
Neem nu maart 2006, Noord-Frankrijk, en de A31 bij Metz is veranderd in een ijsbaan. Het ijzelt als de neten en we zitten muurvast. Als we aan het stuur draaien, glijden de banden van links naar rechts. We doen 2 uur over vier kilometer. En we kiezen voor plan B: direct de snelweg af als het kan en code hotel. In Hettange Grande boeken we een kamer in een hotel dat zijn laatste gast in 1978 had ontvangen. Gezelligheid nul, maar een leuke reis door de tijd.
Wel, dat doen we hier langs de A22 ook. We stranden onszelf in Fortezza/Franzenfest, de dubbeltaligheid tiert hier nog steeds welig.
Het fest kunnen we niet vinden, maar wel Hotel (zur) Post (jazeker). Bij binnenkomst is het een feest van herkenning. Ons eigen geboortejaar, wie had dat gedacht? Hoe we dat zo zeker weten, is doordat de lift uit dat jaar (1967) is en één geheel vormt met de rest van het interieur.
Volia, weer een nacht gecoverd.
En voor wie denkt dat Fortezza niks is, is er het station: de trein van Monaco naar München stopt hier, de trein naar Venetië, de trein naar Bologna, Verona, Inssbruck, ja, eigenlijk is dit een belangrijke verkeershub.
En wij zitten er bovenop.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!