water-naar-de-see.reismee.nl

Die Fahrt nach Lindau

Er was een tijd dat de snelwegen bij onze oosterburen de norm waren voor hoe je dat deed: steden met elkaar verbinden. Als je een beetje een snelle auto had, kon je er met gemak met 180 per uur overheen. Hoe anders is dat in 2018.
Onze reis langs de Duitse/Zwitserse/Oostenrijkse/Italiaanse meren begint zoals het woord meer al doet vermoeden, nat. Nat door regen. De regen begint op de vrijdagavond en die zal als het aan de buienradar ligt niet snel ophouden. Het gaat dan ook de hele nacht door en ik vermoed weer een lekkage in de slaapkamer. Oud huis, uit 1904 en dan wil er nog wel eens een straaltje water hier en daar.
Als ik om half negen de auto sta in te pakken, regent het weer/nog. Blijkt plots dat de afstand tussen voordeur met zoveel spullen nog best een opgave is. Twee tenten, een kist met kook-/eetgerei, matjes, vier kussen, twee tassen kleding, twee stoelen, een tafel, een gronddeken voor in de tent, een koelkast (!), een tas boeken en nog wat losse prullen. Het past allemaal in de Audi, als je maar met z’n tweeën rijdt.
Tegen kwart over negen rijden we de Edisonstraat uit, de Beeklaan op, rechtsaf de Laan van Meerdervoort op, Javastraat door, Raamweg op en dan alleen nog maar snelweg. Tot Lindau.
Valt er over de snelweg nog wat te melden? Mwoa, de hele A12 gaat crescendo. De entree in Duitsland is ouderwets en tot Keulen hebben we Radio2. Om de twee uur even de auto uit voor het beenstrekken en om in de Raststätte een bonnetje van 70 eurocent te kopen bij het pistourniquet. Slimme handel, als je dat doet, krijg je 50 cent korting op je komende aankoop. We hebben door het zijn van 50-plusser inmiddels een heel stapeltje bonnen waar we de komende weken nog veel plezier van kunnen hebben.
Ondanks onze flukse vaart, of het intrappen van het rechterpedaal, wil het toch maar niet opschieten met de 850 af te leggen kilometers naar Lindau. Dat wordt veroorzaakt door de vele werken aan de weg, die ons met de aansporing 80 soms naar de andere kant van de snelweg leiden. Omdat er gele lijnen liggen die iets suggereren dat het goed is en omdat iedereen erover heen rijdt én omdat er nog een betonnen rand tussen ons en de tegemoetkomenden ligt, heeft het er alle schijn van. In totaal tellen we 31 werken aan de weg, van vele kilometers lang, met prachtige vergezichten naar wat het ooit zal worden, maar ondertussen tuffen we met 80 er langs. Over smalle rijstroken, alsook.
We kruipen eenmaal door het oog van de naald, al is er nul risico voor ons aan ten grondslag weten te liggen. Dat zit zo. We hadden net geluncht bij een Raststätte (broodje schnitzel en broodje megabockworst), hadden net van chauffeurskant gewisseld en reden pardoes een file in. Vanaf de afrit restte er niks dan de rechterbaan, je moet ergens beginnen.
Dikke file, maar wel rijdend. De rechterbaan ging nog het snelst. Dus wij erin. Op een gegeven moment hoort Mariella sirenegeluiden achter ons en wijken de rijen uiteen. Rechts naar de vluchtstrook en links indikkend, zodat er een politiewagen doorheen kan. Net op het moment dat we zien waarom het file is – er staat een Opel uit de vorige eeuw op baan 3 met een klapband – zien we achter ons – ik kijk achteruit, Mariella hanteert de spiegel – de politiewagen door de menigte naar voren rijden, ze doen de deuren op en houden al het verkeer tegen. Al het verkeer? Ja, al.
Slechts wij en een busje dat achter ons, maar nog net voor de politiewagen uit reed, kon door, langs de plofopel en verder. Alles achter de politiewagen staat er mogelijk nog steeds, wachtend op de afvoerwagen van voornoemde Opel.
Mazzel: en nog rijden, en een volkomen lege snelweg.
Wanneer we Ulm, een bekende skitreinoverstapplaats, voorbijrijden, begint het te stoppen met miezeren en gaan de droppels over in volle hevigheid. Tot aan Lindau, zo’n 120 kilometer verder, regent het fors. Dat doet ons op het parkeerterrein van de MacDonalds in Lindau besluiten niet te gaan kamperen – we hebben immers twee tenten bij ons (een De Waard voor het langer staan en een Hilleberg voor de tussenstops van één nacht) – maar een hotel te zoeken. Dus wij het Insel op.
Bij het station aangekomen, wijs ik naar de overkant van het station. Kijk. Een hotel. Hotel Bayerische Hof. Met aan de gevel een bordje met vijf sterren. Dat willen we. En dat nemen we. Zimmer 145. Wanneer we na het eten (Schnitzel en Hahnenbrustfilet) terugkomen in het hotel, hebben we geen spijt. De ergste hoosbui die we ons kunnen voorstellen, barst los.
Jammer dat we onze zwempakken zijn vergeten, in de kelder is een geweldig zwembad. Foutje. In plaats daarvan herkijk ik een oude aflevering van Derrick (Aus der Reihe): Die fahrt nach Lindau.
Je moet toch wat.

Reacties

Reacties

vader

Hebben jullie vandaag (zondag) nog een lekker ijsje genomen Jelle weet nog wel waar het was?

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!