water-naar-de-see.reismee.nl

Rondje Bodensee

De volgende ochtend is er van de moesson van de avond ervoor niks meer terug te vinden. Lindau is niet afgesneden van de buitenwereld, weggedreven of overstroomd. Nee, wanneer we tegen tienen wakker worden en de gordijnen opzij schuiven, schijnt de zon, wordt het stadje overspoeld met toeristen en is het plaveisel droog.
Lindau, we zullen er vandaag weerkeren, is het plan. Maar eerst een uitgebreid ontbijtbuffet in een zaal die weliswaar strak in de lak staat, maar verder zo antiek dat ik weer aan die afleveringen van Derrick moet denken. Als we uitchecken, vraag ik dan ook aan Mariella of zij tegen mij het volgende wil zeggen: ‘Harry, hole mal der Wagen, sonst gehen wir ins Praesidium’. De auto staat namelijk aan de andere kant van het station op een grote toeristenparking, zo’n vijf minuten lopen. Hoezo vijf sterren?
Nou goed, de wandeling erheen is prima, ik steek op grote hoogte de perrons over en zie net een enorme trein uit Zwitserland aankomen op Gleis 2. Plots weer zin om dat land te doorkruisen per trein.
De auto staat er schoongespoeld bij en voor zes en halve euro mag ik hem onder de slagboom door laten gaan, nu linksaf (ik was komen lopen van rechtsaf) en dan maar wachten tot het verkeerslicht op groen gaat omdat de andere oversteek over het spoor – die voor auto’s – eenbaans is. En als ik dan ook nog achter een scootmobiel sta, voorzie ik een trage terugkomst.
Wanneer ik weer het hotel nader, staat Mariella al met de bullen buiten en kunnen we vertrekken. De staf van het hotel zal ons meewarig hebben aangekeken: twee kleine tassen en een joekel van een koelbox, meer hadden we niet bij ons. Ook niet zo gek, want we wilden koude wijn en koud bier en dat hadden we bij ons, dus waarom niet?
Op naar Wasserburg, op zoek naar een camping. Zo’n zes kilometer stroomafwaarts ligt het volgende stadje en we rijden zo de Hochstrasze in, langs waar onze camping zou moeten staan. Dat deed het.
Kleine camping, want dat willen we. Helaas zijn de plekken niet veel groter en daar staan dan na een hoop gehannes een opgezette De Waard en een auto er strak naast. Zo’n De Waard is best een fijn ding, als ‘ie eenmaal staat. Bij de verkoop heeft niemand gewaarschuwd dat je knap chagrijnig wordt van het opzetten van zo’n ding en dat het nog best veel energie kost, zeker op het warmste moment van de dag.
De tent heeft vier ronde bogen van aluminium. De onderdelen ervan schuif je in elkaar. Zit een elastiekje doorheen, dus dat kan niet misgaan. De vier hebben elk een eigen kleurcode, want lengteverschil. Maar welk moest ook alweer waar? We hebben vier kleuren: oranje, rood, wit en blauw. Dus wat zou logisch zijn? Inderdaad, na veel gepuzzel is de juiste volgorde van achter naar voren: oranje, blauw, wit, rood. Zie daar maar eens een ezelsbruggetje voor te verzinnen.
Na een uurtje staat het ding en doordat we net zo lang hebben doorgepuzzeld met de stokken tot we de juiste op de goede plek hadden, staat de tent voor het eerst in jaren goed strak. Bijna zoals in de folder.
Dus wij weer naar Lindau, zin in een ijsjes, een wandeling en een boottochtje.
We zijn er niet aanbeland. De enige weg van vasteland naar eiland, staat gierend vast met automobielen. De parkings voor het eiland staan gierend vol automobielen. En de weg voor en achter ons staat gierend vast. Kortom: code wegwezen. Op naar Bregenz, in Oostenrijk.
Vals plan. Nog voordat we halverwege zijn, keren we om.
Oh ja, het is zondag, het is warm, het is bijna einde vakantie, dus iedereen gaat naar de Bodensee. En die is weliswaar 65 kilometer lang, maar elke korrel asfalt is gevuld met bolide.
Omdat alle winkels dicht zijn, nemen we onze toevlucht tot de Spar Express, een minisuper in een benzinestation. Want van inkopen doen, was het nog niet gekomen.
De rest van de middag is het krant, boek en yathzee. In onze onderlinge competitie, strijden we om de hoogste score. Die stond lange tijd op 2040, van Mariella, wat heel hoog is. In Zimmer 145 in het hotel, de avond ervoor, heb ik die score verbeterd tot 2093. Daarin vooral ondersteund door de 10 yathzees die ik had gegooid. Pas de dag erna kon ik zien of ik echt de hoogste score had, omdat het velletje met het vorige record in een boek zat dat in de auto lag.
Om de score te vieren, gaan we bier/wijn drinken in de haven. En daarna eten. En vroeg naar bed, want als het donker is, is mogen we slapen. Vinden we.
Met twaalf uur slaap achter ons, zijn we de volgende ochtend helemaal weer fris, althans, na de douche. Slechts de kinderschare die ons bij het slapengaan stoorde en de kinderschare die om kwart over zes ’s ochtends al begon te blèren, zorgde voor irritatie.
Vandaag staan Liechtenstein en Zürich op het programma. Fout. Niet naar Zürich, want op maandagen zijn de musea dicht. En aangezien ik de Kunsthalle wil zien, gooien we de plannen om. Een ritje om het meer, op weg naar Konstanz en Mainau. Met onderweg een aantal wijzigingen van grondgebied: eerst Duitsland, dan kort Oostenrijk, dan Zwitserland en dan weer Duitsland. En dat alles aan één meer. Tuurlijk, het is geen meer waar je in een uurtje even omheen rijdt. Dat niet.
In Oostenrijk zien we dat de benzine bijna gratis is: 1,29 euro de liter. Da’s andere koek dan Duitsland en Zwitserland. Niet dat we op een paar knaken kijken, maar het valt op hoeveel Tankstellen er aan de andere zijde van de grens staan. En gooi maar vol, want vol is vol!
In Zwitserland kopen we een jaarsticker voor op de snelweg en dan weten we weer dat we in het land zitten waar alles van goud is gemaakt. In een onbetekenend plaatsje langs de See, in een onbeduidend straatje en in zomaar een koffiehuis, kopen we twee dubbele espresso en één mangokwarktaartje voor het luttele bedrag van 17 euro. Ja, we mogen met euro’s betalen. Graag zelfs, maar wel met een koers 1:1.
Okay, mango’s moeten worden ingevlogen daar waar al het normale fruit als appels, peren en rode vruchten als frambozen en aardbeien hier op elke hoek van de straat groeien, maar dan nog.
Nee, dan het restaurant even verderop dat adverteert met het feit dat ze twintig verschillende soorten cordon bleus op de kaart hebben. Twintig! Het is pas tegen enen, dus veel te vroeg voor een gevulde schnitzel, maar ik vind het een mooi record om te noteren.
Bloemeneiland Mainau ligt net voorbij Konstanz en is overduidelijk weer Duitsland, maar de prijzen zijn er Zwitsers. Entree 21 euro en als je met z’n tweeën bent – en dat zijn we – hoppa; 42. Geen idee wat de Keukenhof kost om binnen te komen, maar ik vind het een hoop centen voor een luxe bloemenstal. Gelukkig gaan we er ook laat lunchen én is het best een aardig eiland om te zien (foto’s op Instagram (victorbaarn) en Facebook). Misschien aardig om even het concept laat lunchen te duiden. Dat betekent dat we tegen half drie een gewone maaltijd nuttigen om dan ’s avonds wat brood met kaas/worst/paté te eten. Dat omdraaien is soms ingegeven doordat het restaurantaanbod in de directe omgeving om te huilen is en dat is het in Wasserburg. Een restaurant om de hoek met zozo-eten, een restaurant om de hoek waar je moet reserveren (al ziet het er qua menu best aardig uit) en verder ver lopen voor je voer. Dus: laat lunchen.
Maar dan moet er nog wel late lunch komen. We staan aan de verkeerde kant van de Bodensee en het is al best laat in de middag. Tijd voor een list. Die vinden we in de veerboot die even verderop vaart en ons ruim een uur scheelt. Handig om te onthouden voor morgen, want dan hebben we een forse rit voor de boeg.
Met een koelbox vol worst en kaas houden we het nog wel even vol. De supermarkt was behulpzaam en er liggen mooie plakken gedroogde ham op ons te wachten tussen de koelelementen.
Nu nog een keer ergens Wifi zien te vinden en we zijn koning.

Reacties

Reacties

MarGriet

Dank Bier!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!