water-naar-de-see.reismee.nl

Actiebereidheid

Net nu we het idee begonnen te krijgen dat we in een closed-for-the-seasonsituatie terecht waren gekomen – de camping in de buurt van Lugano puilde niet echt uit – zien we in de buurt van de Thunersee toch weer een opleving van toerisme. Ja, zelfs een bus met Japanse toeristen werd gespot. Dan is er nog hoop. Voor de middenstand, niet voor ons.
Het fenomeen closed for the season kennen we uit Canada. We wilden destijds iets meekrijgen van de indian summer, het rood/geel/oranje worden van de natuur, terwijl het toch nog vrij aardig weer is en beslist nog geen herfst, noopte tot het laat op vakantie gaan. Laat in Canada, is september.
Enfin, wij van Vancouver naar Banff en van Banff naar Calgary en van daaruit sloten we overal de deuren op de weg terug naar Vancouver. Elk hotel en elke lodge ontving ons als laatste gasten en sloot direct na vertrek. Mooi gesymboliseerd in Waterton, waar de plaatselijke Subway letterlijk voor mijn neus een bordje omdraaide waarop stond dat ze ‘Closed for the season’ waren en uitkeken naar mei volgend jaar, wanneer ze weer open zouden gaan. Nu is Subway sowieso een dieptepunt, maar je moet toch wat eten, als je in de wildernis wilt overleven.
Soms hadden we hier soortgelijke ideeën over de stand van de toeristisch ingestelde ondernemingen die we frequenteren. Neem nu de camping in Bern. Lijkt heel druk, maar op het veldje waar wij staan passen 20 tenten. Er staan er terwijl ik dit live aan het tikken ben inmiddels 3 (was 2). Van de rest van de camping hebben we ook weinig te duchten. De caravans staan er verlaten bij. Er is alleen wat weekendpubliek. Het seizoen loopt op z’n end.
Wij echter, hebben nog een week. En de zaterdag ervan, startte redelijk vlot. De voet is inmiddels aardig hersteld en ik loop nog slechts als iemand die veel te voorzichtig zijn passen kiest. Trap op trap af gaat per tree en dat is in het slot Oberhofen lelijk te merken. We mogen namelijk helemaal tot boven in de toren, waar in 1850 een rookzaal is ingericht zoals destijds in Cairo. Dat was toen nog een exotisch oord, waarvan men de cultuur graag meenam. De een ging er met een obelisk vandoor, of een sarcofaag met inhoud, de ander herontwierp een rookhok. Ieder z’n meug. De familie Pourtàles bezigde deze.
De etage eronder beloofde de bibliotheek te zijn, die het ook was, zij het gesloten voor publiek. Roken is niet mijn hobby, rijtjes boeken wel. Qua kans missen dus lelijk verkeken.
Gelukkig heeft de kasteelmuur dozijnen hagedissen in de aanbieding. Guitige beestjes die een loodrechte muur bestijgen alsof het een vlakke vloer was. Als we dit afzetten tegen de bizons en ratelslangen van vorig jaar, de big five uit Afrika, de gekko uit Namibië of de bruine beren uit Canada, is die de fauna waarmee we het moeten doen. Enigszins teruggeworpen in de tijd worden we door de hereniging met een giant sequoia en een California redwood, bomen die we vorig jaar op volle oorlogssterkte zagen, terwijl ze hier als schaalmodel dienst doen. Zijn dan ook pas twee eeuwen oud.
Bern ligt maar een ruime 40 kilometer verderop en we raken al aardig bedreven in het opzetten van de De Waard. Ik sprak al de hoop uit onze halfwaardetijd te bereiken en dat is gelukt. Alleen de hoeveelheid stof is nog wel hetzelfde. Kwartiertje. En toen stond ‘ie. Nog niet de twintig haringen rondom geslagen, maar wel een tent die pannenbier verdiende.
In onze langdurige hongertocht naar decadentie hebben we een nieuwe uiting. In Lugano was onze Hilleberg nat geworden en omdat de stof waterdicht is, was die hoeveelheid water in de tentzak keurig op peil gebleven. Kwestie van snel uithangen, want anders krijg je heel muffe geuren. Keurig werd alles wat we aan lig- en slaapmateriaal hebben uitgespreid op ons veldje. Ruimte zat.
Maar plots breekt een poot van de stoel af. Die stond al verdraaid krom, en was aan zijn laatste vakantie toe, maar Den Haag gaat ‘ie niet meer halen. Het is drie uur ’s middags op de zaterdag en dan heb je met z’n tweeën één stoel. Om nu de goede vrede te bewaren voor de laatste week, is het zaak snel een nieuwe te halen.
Maar waar vind je hier een Vrijbuiter (ja, ik weet dat die failliet is) of een Bever? Dan biedt het internet uitkomst. De pseudo-Vrijbuiter is dinsdag weer open en een Bever is op een kwartiertje rijden van hier nog tot vijven beschikbaar.
Dus wij alle zooi in de De Waard gegooid, inclusief de Hilleberg (een Hilleberg ín een De Waard????) en op pad; iPhone in de hand, links, rechts, links, rechts, weer rechts, weer rechts en parkeren waar het niet mag. Omdat er een heel rijtje Zwiters staat, sluiten we gewoon aan. We riskeren een wielklem, maar hee: dit is een noodgeval. Er móet een stoel komen.
De plaatselijke Bever heeft er drie: een simpele, een gewone en een luxe. Proefzitten dus. En er tegenover staan er nog twee, bij nader inzien, maar die worden direct afgetest. Dus wie van de drie? De middelste. Want die zit uiteindelijk het lekkerst.
‘Doet u deze maar, mevrouw, het is een noodgeval.’
Wanneer we om de hoek kijken, glimmen we van plezier. Er staat één tent opgesteld. Een Hilleberg, herkennen we er direct in. Bruin weliswaar, maar met de markante kenmerken van. Aan de muur hangt de volledige collectie – inclusief de onze voor nog geen 1.600 Zwiterse Franken – en op aanvraag wordt ‘ie even voor je opgezet.
Zullen we?
Nee, toch maar niet. De gesel van de wielklem voor die ene auto met een buitenlands kenteken die ons boven het hoofd hangt, weegt te zwaar op ons gemoed. Bovendien, we stonden op het punt om een pot yahtzee te beginnen.
Om iets voor drieën brak de poot, om iets na vieren gooien we onze eerste dobbelsteen.
Bern heeft overigens een kuil met beren, lees ik in de reisgids – want waarom zou je anders Bern heten - dus reken ik daarnaast ook nog op een hereniging met de big 5 of een bizon en ratel.
Wel graag met een hekje ertussen, deze keer.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!