water-naar-de-see.reismee.nl

Gasgeven bij Hazeldonk

Op vakantie gaan, geeft een hoop gedoe. Eerst moet je bepalen waar je heen gaat, dan bepalen wat je mee moet nemen om het onderweg nog enigszins comfortabel te maken, de bijbehordende spullen van zolder halen, vervolgens inpakken – in ons geval de auto - en verder alles in gereedheid brengen voor vertrek (oppas voor de poezen regelen, gaskraan dichtdraaien, deur op slot doen, etc).
Nodeloos op te merken dat de meeste van de boven beschreven inspanningen in omgekeerde volgorde gelden bij thuiskomst.
Toch doen we dit een paar keer per jaar. Waarom? Omdat we onszelf graag geselen aan nieuwe indrukken. En dat waren er nogal wat:
- de Bodensee is veel te druk, met Lindau in de overdrive
- Zürich is niet de mooiste stad van Zwitserland, maar heeft wel het beste kunstmuseum
- de Alpenstrasze is vast een stuk mooier als het niet regent
- koning Ludwig II was inderdaad aardig doorgedraaid
- de Wieskirche wordt overschat, het kan nog veel rococoder
- Berchtesgaden heeft niets te bieden dan een obscuur theehuis en een poort naar een meer
- kuren in een oord is een zegen voor de mensch
- de Dolomieten verdienen een herkansing (wij wulpten in regenvlucht)
- het goedkoopste hotel kan soms heel aangenaam zijn (Fortezza)
- Lugano blijft de mooiste stad van Italië (in Zwitserland)
- twee tenten meenemen is een hoop gedoe, lijkt onzinnig, maar bespaart een hoop gedoe met kletsnatte katoententen
- Zwitserland als vakantieland heeft veel te bieden als je gezapigheid voldoende weet af te wisselen met luxe en uitzichten in de juiste richting
- Bern heeft waarschijnlijk de mooiste binnenstad van Europa, maar heeft de boot gemist bij het aankoopbeleid van moderne kunst van na 1870
- Le Corbusier is de koning Ludwig II van de moderne architectuur
- de Franse overheid moet niet van elke bezienswaardigheid een cashcow maken
- De Gaulle verdient een beter standbeeld en een gratis museum (zie voorgaande)
- we troffen uiteindelijk 92 keer een verkeersaanpassing in het kader van werken aan de weg (de laatste op de Moerweg)
- terugreizen via de Champagne vanuit het zuiden, is een must
- Lille is een stad om voor om te reizen
Maar dat laatste verdient nog wel een opmerking. We hadden een hotel geboekt om de hoek bij het station en dat leidt altijd weer tot een ongewenste confrontatie met types die bij goed functionerend GGZ-beleid in een gewatteerde kamer zouden zijn opgesloten. In de krap 24 uur dat we op de Place de Reignaux bivakkeerden, werden we te vaak met dit soort sujetten geconfronteerd.
Op de ochtend van vertrek namelijk dachten we nog even koffie te gaan drinken in de zitjes voor het hotel. Dat zitjesgebruik ging naar behoren, tot een vaag type dat duidelijk te veel Velpon via zijn neus tot zich had weten te nemen, zich met ons samenzijn ging bemoeien. Voordat hij echter goed en wel de kans kreeg om zaken in het honderd te schoppen, zijn we maar weer naar binnen gegaan, waarna betrokkene zijn ongepaste gedrag op de volgende voorbijganger kon loslaten.
Was dit een incident? Nee, helaas is de binnenstad van Lille vergeven van dit soort types. Kijk, je kunt prachtig je stationsbuurt een verfbeurt geven, de gevels opnieuw voegen en het bladgoud opnieuw vastlijmen aan de ornamenten, maar het ronddolend volk, dat doelloosheid tot gemeengoed heeft bestempeld, krijg je ermee niet in het gareel. Niet dat ik iedereen mijn waarden wil opdringen, overigens.
Nu goed, nog een rondje gemaakt in de stad, de plaatselijke FNAC (een soort bol.com, maar dan met echte spullen) bezocht en toen de keuze gemaakt: nog een afsluitende espresso of de motor van de 2.0 starten.
Het werd het laatste. En zoals we met enorm veel moeite de stad inkwamen, zo gemakkelijk wisten we de uitluidende buitenwijken als opmaat naar de snelweg te vinden. De A1, richting Brussel of Parijs. Aan ons de keuze.
Het werd de eerste.
Nu zou je zeggen, kun je niet beter via Gent reizen? Ja, dat kun je. Waarom doe je dat dan niet? Omdat de afslag Gent werd overgeslagen, luidt dan het antwoord. Is dat niet dom of op z’n minst onhandig? Jazeker, maar als de Belgen hun hoofdverkeerswegen cijfers geven van drie (E403), suggereer je daarmee dat je indien je deze afslag neemt, gegarandeerd op een fietspad eindigt. Onze snelwegen en alle die we de afgelopen weken hebben bereden (Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk, Italië en Frankrijk) kiezen voor lage reeksen. Ergens tot de 30, al naar gelang de grootte van het land.
Dus wij naar Brussel, wat niet erg is, want het is volgens google maar 10 minuten om.
Maar dan ken je de Belgen nog niet. Op de A-zoveel van Lille naar Brussel – toch echt wel de verbinding tussen de hoofdstad van Frankrijk (Paris) en de hoofdstad van Europa (Bruxelles) – staan doodleuk vlak voordat je de stad van de eeuwige wafel binnenrijdt verkeerslichten. Of we gewoon even voor rood willen wachten voor we met 130 doorkarren. Tuurlijk, zo doe je dat.
Nu goed, na Brussel gaat het dan plots hard. Je krijgt na iets meer dan 40.000 meter Antwerpen, kunt weer Hollands praten en voordat je het weet, heb je weer Radio 2-ontvangst. Hazeldonk komt dan al rap in zicht en een goed Hollander gaat dan nog snel even tanken omdat het per getapte liter ruim 40 cent scheelt.
Vaag kon Mariella zich herinneren dat de vorige keer dat we hier reden, we ook wilden tanken en dat we toen ook niks konden vinden. Met 130 op de klok, probeerde ik het mij voor de geest te halen en verdraaid, het lukte. Bij Becht, zo’n onbemande pomp met een aanpalende ontzettende ALDI-achtige treurnis in de vorm van een supermarkt.
En het was er nog steeds net zo treurig.
De rest is eigenlijk een kwestie van afhechten: Breda, Dordrecht, file ontwijken bij Rotterdam door naar de A4 te rijden, Rijswijk, file op de Moerweg – als gezegd - en dan onze wijk binnen.
De katten moesten erg aan ons wennen, na thuiskomst. Alle vier.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!