water-naar-de-see.reismee.nl

Schijn van mislukking

Dag 19, de dag waarop de schijn van mislukking op de loer lag. En bijna toesloeg. Maar op het laatst werd gepareerd.
Wat kamperen prettig maakt, zijn de dagen waarop je weet dat je geen tent hoeft op te zetten, of neer te halen. Vandaag is zo’n dag, en dan staan we zo tegen half tien nog eens op.
De Champagne, of dit deel ervan, heeft kaalslag ervaren. Kaalslag op het gebied van kleine winkels in dorpen. Weg is de charcuterie, foetsie is de boulangerie en vetements zijn echt nergens meer te ontdekken. Zitten wij toevallig in een dorp waar niks is? Nee, vanaf Vandières tot aan Chateau Thierry is er niks, zullen we nog bemerken.
Geen croissants dus.
Althans, elke ochtend komt er een busje langs, soort SRV, maar dan voor brood. Als we nou om half negen....
Nee, gemist. Dus dan maar wat bij elkaar scharrelen uit de koelkast en op zoek gaan naar een copieuze lunch. Waren we toch al van plan, want juist daarom zijn we in deze streek: zo’n bubbeldrankje ernaast, vergoedt alles.
Alles? Ja.
Dus wij op pad naar Chateau Thierry, iets wat klinkt als een snackbar of een bokspaleis. Nu goed, het is in elk geval een kant op die we nog niet kennen, namelijk vanaf de camping rechtsaf, in plaats van links.
Eenmalig, zo kun je die uitspatting wel bestempelen. Tussen Vandières en Chateau Thierry liggen zo’n twaalf dorpjes. En alleen in nummer 8 hebben we mensen gezien (vier) en was er een café dat adverteerde met frites maison. Verder alleen maar uitgestorven dorpjes, dichte luiken, lege straten. En tussen de dorpen in, verzamelingen caravans; het is pluktijd, de druiven moeten van de ranken.
Zoals we twee jaar geleden nog enorm luxe onder de dom van Reims hebben geluncht (met bubbels), wilden we nu ook. We hadden in Chateau Thierry de keuze uit een kebabtoko, een restaurant van dubieuze aard, een café van soortgelijke strekking en een boulangier met panini’s, taartjes en een paar tafels buiten.
Door een stagiair – die we later nog rokend met z’n vriendjes op straat tegenkwamen – lang leve het beroepsonderwijs – laten we ons panini’s maken. Ham/kaas en tonijn/kaas.
Taartje erbij? Taartje erbij.
En dan op weg naar waar wel leven is, waar men ons wil ontvangen op een champagneproeverij, maar zie die in deze uithoek maar eens te vinden.
Niet dus.
Dan maar door richting 10 kilometer onder Epernay, waarvan we zéker weten dat er proeverijen zijn. Is namelijk waar wel al eens een kofferbak vol van meenamen: Jean Milan.
Maar voor we er zijn, moeten er boodschappen worden gedaan, hebben we benzine nodig en... zien we een ándere champagnemaker die een proeverij uitbaat. Gaat het dan toch lukken?
Nee.
Bij binnenkomst komt een mevrouw me tegemoet en vraagt of we over een uur terug willen komen: ‘Le patron n’est pa là’. Maar die tijd hebben we niet, want het is al achter in de middag. Bovendien, voor hen tien anderen. Denken we.
Dus toch maar direct naar Milan, die kennen we en we laten ons weer verwennen met glazen vol. En ja, doe maar twee doosjes: een rood etiket en een gemengd.
We hebben nog drie kwartier.
Eind goed al goed? Nee, een collega van Mariella heeft haar getipt dat in een dorpje verderop nog prima champagne is te krijgen, En aangezien onze kofferbak nog niet vol zit, gaan we rap die kant op. Natuurlijk rijden we verkeerd en natuurlijk komen we achter een grijpwagen te rijden die met 1,5 kilometer per uur door de stegen stiefelt, dus dat schiet lekker op.
Maar er is nog tijd om nog drie flesje te bestellen, in te laten pakken en af te rekenen.
Of we het eerst nog hebben geproefd?

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!