water-naar-de-see.reismee.nl

Beren spotten

Of Bern een bezoek waard is? Ja, als je eens een weekend niks te doen hebt en je wilt niet weer naar Parijs of Barcelona, zijn er voldoende redenen om de trein te pakken en via Basel naar Bern ter reizen (vanuit Den Haag, twee keer overstappen). Niet weer slenteren over de Ramblas of de Champs Elysée, maar gewoon de Spitalgasse, Marktgasse, Kramgasse en Gerechtigkeitsgasse op en af. Dan de brug over en even beren spotten.
Ho, wacht even. Beren. Die zijn er wel, maar waren er niet. Vast in een slecht humeur of met stiptheidsacties bezig. Want geen sjoege. Nul beren. Niet dat die berenkuil nu een enorme bezienswaardigheid is die je niet mag missen, ondanks de door de lokale Partij voor de Dieren afgedwongen uitbreiding waardoor ze meer ruimte hebben dan beesten in Artis. Toch even kijken.
Dan maar terug de Gasses in. Even langs het huis van Einstein – museaal, maar klein en overgeslagen – langs de Zytglogge en dan is het al tijd voor lunch.
Of we er een neus voor hebben, spot Mariella het Bellevuehotel (5*****) aan de oever van de Aare, met uitzicht over de stad. Fijn hotel, staat op de lijst om nog eens een nachtje te logeren. De lunch is ook niet gek en de musjes eten graag geroosterd brood en gedroogde druiven mee.
Dan naar de andere kant van de rivier, het museumkwartier in. Lelijke tegenvaller want het enige museum dát we willen bezoeken, ligt aan de ándere kant van de stad. Hoe dat kan, weten ze in Bern vast, maar wij niet.
Terwijl we voor de Kunsthalle staan te delibereren over het hoe nu verder, spreekt een vrouw ons in vlekkeloos Nederlands aan – blijkbaar hoorde zij ons praten – en geeft even een kort college museumkwartier. Wat waar, van wie en waarom. En wat we vooral niet moeten missen. Dat ze een beetje warrig overkomt, komt vast door de half opgerookte joint in haar linkerhand. Ze had dertig jaar in Amsterdam gewoond, gaf ze bij haar doorlopen aan ons mee als verklaring voor haar vlekkeloze taal. Ja, en nu weet ik ook hoe dat met die rookgewoonten zit.
Bus 8 die ons terugbrengt naar het Centraal Station laat ons de gehele noordkant van de kloof zien. Hoezo heb je een Big Bus nodig om een stad te zien – wij nemen gewoon de stads. En terug bij het station weten we dat we met een kleine 10 minuten lopen het museum bereikt zullen hebben. We passeren een straat die ons zeer bekend voorkot – gisteren kochten we er nog een stoel – en daardoor concluderen we dat we Bern na het museum wel zullen hebben gezien.
Het museum zelf is een wonderlijk schouwspel van moderne ehhhh, kunst die ons wordt gepresenteerd waar je voor in de stemming moet zijn. De conclusie is voorzichtig en weloverwogen. Beneden is het nog aardig met een zaaltje kunstgras en als je erover loopt, maak je daar als bezoeker zelf geluiden mee. Boven echter is het absolute dieptepunt dat je zelf lampenkappen kunt en mag vouwen. We bedanken voor de eer en vragen ons af waar de Picasso’s, Van Goghs, overige impressionisten en Chagalls en Magrittes hangen. Hadden we even niet gezien dat er achter de kassa een trap naar beneden is, waarmee de klassieken worden ontsloten.
Vijf zaaltjes, heel wat minder dan in Zürich, maar van hoge kwaliteit, vat het geheel wel samen.
Kwartiertje en dan zijn we weer buiten. Bijna, want op de valreep kopen we een kunstobject dat een detector bevat die bij het spotten van beweging twee minuten lang kwetterende vogelgeluiden laat horen. Wie wil zoiets nou niet hebben?
Juist. Gekocht.
Morgen naar Frankrijk. We kunnen de bubbels van de champagne al horen knisperen

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!