water-naar-de-see.reismee.nl

Grote wisseltruc

Wakker worden en merken dat je in de nacht een aanval van reumatiek hebt weten te ontwikkelen, betekent een hele dag - en wellicht meer - half hinkelen. Ja, dan moet je dus maar keurig op tijd je medicatie tot je nemen. Inderdaad. Gevalletje eigen schuld. Met als gevolg dat alle afstanden dubbel lijken. Dat gaat duur betaald worden omdat e nu juist een dag Lugano hebben gepland.
En die planning laten we gewoon doorgaan.
Terug naar Ponte Tresa, het grensplaatsje waar de rijen die voor de slagboom staan suggereren dat half Zwitserland op de vlucht is, goedkoop wil tanken of stevig aan de spaghetti gaat. Wij laveren er doorheen, want we willen de andere kant op, naar Lugano.
Nu kun je volgens onze campingbazin heel goed met de auto, maar waarom zou je. Het is een drukke weg, beide kanten op vanwege het grensverkeer en omdat er geen ruimte is voor een plakje asfalt ernaast. Daar ligt namelijk de spoorlijn.
Van Ponte Tresa en door de hele vallei heen hebben we gratis openbaar vervoer. Dat om te voorkomen dat er nog meer stressfileverkeer door de flessenhals geperst moet.
Dus parkeren op het dak van het station, even naar beneden, zeven minuten wachten en dan met de FLP-boemel ginder. Het is een simpele lijn die slechts loopt van Ponte Tresa tot aan Lugano en terug, over smalspoor en stevig gevuld met forensen. Onafhankelijk van elkaar denken we aan de lijn Hoek van Holland-Rotterdam. Hoop stops in niks en nergens en dan eindigen in de grote stad. Enige verschil, deze lijn loopt soepeltjes.
In Lugano aangekomen, ja mijn derde keer – al waren voorgaande twee keren slechts om over te stappen op de postbus naar Tirano, waar bij één keer er een hotel tussen zat waardoor ik destijds heb mogen concluderen dat de leukste stad van Italië (na Turijn) in Zwitserland ligt. Keurig aangeharkt, netjes bestraat, goed openbaar vervoer, maar toch op-en-top Italiaans.
Dus omdat we dat al eens gezien hebben, besluiten we andere plannen te ontvouwen. Natuurlijk eerst nadat we een stevige kop espresso (en sinaasappelsap) op een veel te duur terras hebben genomen.
We gaan naar Monte Brè. Dat heeft zin, want Lugano ligt midden tussen de bergen. Maar voordat we onszelf zomaar op de stad werpen, eerst maar naar de Informazione.
Wij zitten op een terras van een vierkant blok huizen, net op de hoek. Als ik achter me kijk, kan ik de Informazione zien liggen. Maar dat weten we nog niet. Dus gaan we de ándere kant om, en zien een bord met een I. En dat wijst om de hoek, en nog een hoek, en nog een. En dan sta ik weer vrijwel aan het terras. Moest ik nog even herhalen dat ik net zo mank loop als destijds (2012) in Coïmbra (Portugal)? Denk het niet.
Als we met de boot willen, moeten we een uur wachten. We nemen de bus. 10 minuten lopen (20) en dan met de 2 de juiste kant op. Naar Monte Brè. Het fijne van tegenwoordige bussen is dat er altijd wel een mevrouw is die een bandje heeft ingesproken met haltes. In Den Haag hoogst irritant (volgende halte/next stop: Palace Noordaainde), maar wel zo praktisch.
De klim naar 1.000 meter min een beetje blijft ons bespaard. We gaan met de kabelbaan. Eerst een stukje, dan overstappen en dan de hele rit naar boven. Waar ons uitzicht en lunch wachten. Toller Sache.
Terug is een stuk lastiger, er is een bus met bejaarde vrouwen die raar Duits spreken, dus uit de buurt komen, en dat zijn er meer dan er in de kabelbaan passen. Dat wordt proppen en dat is met deze grijsaards geen feestje. Eerst al niet omdat ze in het wachtlokaal enorm veel moeite doen om precies met diegene te spreken die een paar grijsaards verder staat, maar ook omdat ze met z’n allen toch proberen de kabelbaan in te komen.
Wonderwel lukt het, met nog een paar passagiers naast de bestuurder, maar hee: die hoeft toch niks anders te doen dan te kijken en op een knop te drukken als er iets gebeurt dat niet de bedoeling is. Iets als losschieten ofzo.
Gebeurt niet.
Dus wij op de overstap denken de rest te kunnen gaan lopen (wat voor mij dus een forse uitdaging was), helaas treffen we alleen doodlopende straten en moeten we dus wel met de kabelbaan. We nemen de vierde, daar zitten we dan nog maar met 5 in. Dat is beter voor iedereen.
De terugtocht is een kopie van de heen, ware het niet dat er dreiging is van regen. En waar we verzot op zijn, is niet de regen. Dus we besluiten de De Waard snel af te breken en voor één nacht te vervangen door de Hilleberg. Die is weliswaar veel kleiner (al is ‘ie nóg duurder dan een De Waard), maar in elk geval niet van katoen. Waardoor water morgen er een stuk gemakkelijker af gaat.
Men zal wel raar opkijken als we straks de ene tent hebben vervangen door een andere. Ik reken op een unicum.
Mag best.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!