water-naar-de-see.reismee.nl

Grensoverschrijdend gedrag

Tot ver in de middag gebeurt er niks. Helemaal niks? Mwoa, niet veel. Beetje opstaan, beetje douchen, beetje ontbijten, beetje kleding wassen, beetje lezen, beetje hangen, beetje wachten.
Maar plots, om half drie, krijgen we de geest en rijden we naar het Lago Maggiore. Dat moet ook, want hoewel we onderwijl zo’n 15 meren hebben gezien, waren er in aanloop naar deze vakantie toe slechts drie die het noemen waard waren. Terug te vinden in de titel (Water naar de See), waren dat de Bodensee en Königsee en ten zuiden van de Alpen; het Lago Maggiore.
Vakantie moet een doel hebben, het onze was het aaneenschakelen van deze drie meren.
Dus wij erheen.
Onze camping ligt ergens diep verscholen in de bossen waar helemaal niks is. Hier en daar een verdwaald dorpje dat te voet onbereikbaar is omdat het te steil is, de weg te gevaarlijk en omdat we er ook gewoon geen zin in hebben. We kopen benzine per volle tank en zien aan de bankrekening of dat goed gaat. Voorlopig kunnen we nog naar Nepal heen en terug, dus dat komt goed.
Dat hier niks is, verwacht je terug te zien in het kamperend publiek. Niet dus. De ene na de andere bivak van pa, ma en twee tot drie zeurende, piepende, om de haverklap huilende en op z’n minst dreinende kinderschare, wordt hier opgezet. Hier, waar niks is. Geen zwembad, geen glijbaan, niks.
Zeer bewust hebben we buiten het schoolseizoen onze vakantie gepland, waar we echter nog even niet op bedacht waren, is dat ouders met kinderen die hun tijd nog niet verkwisten op school – omdat ze er te jong voor zijn – blijkbaar ook graag buiten het seizoen gaan. Dus terwijl in Den Haag de schoolbellen om kwart voor negen staan te loeien en alle moeders hun bakfietsen hebben afgeleverd, staan ze hier te zeuren om een verse luier.
Dus wij naar het Lago Maggiore.
Tussen ons dorpje en de weg beneden, liggen nog wat onbeduidende andere dorpjes. Daar moeten we met de auto doorheen. Letterlijk, want sommige straten zijn zo krap, dat als ik niet uitkijk waar ik stuur, ik op elke deurbel druk. En als er dan een tegenligger komt, moeten we soebatten wie er een beetje ruimte maakt door terug te rijden naar daar waar net een pleintje ligt.
Maar meestal hebben we mazzel en kijk ik in de boven de weg hangende spiegels of er om de hoek nog iets te beleven valt, qua tegenligger.
Beneden aangekomen, zijn we alweer een land verder. En in onze rit langs het Lago wisselen we zo vaak van land, dat we elkaar af en toe vragend aankijken of we nou in nog in Zwitserland waren, of toch alweer in Italië. Soms weten we het allebei niet en aan KPN heb ik niks, dat loopt de hele dag sowieso één á twee landen achter.
Wat wel opvalt, is dat er in Zwitserland noch Italië in deze contreien nauwelijks fatsoenlijk ijs te halen valt. Wij gaan dan maar aan de cornetto’s en Magnums, omdat de supermarkt waar we te langen leste ons op de vriezer storten niks anders heeft.
Wel zo gemakkelijk, de kassajuf vraagt ons om een bedrag in franken. Weten we in elk geval even in welk land we zijn.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!