water-naar-de-see.reismee.nl

Aus der Reihe

Het is niet moeilijk te raden dat een van de rode draden van deze vakantie Derrick is. Deze kundige inspecteur - waarvan pas in de 21e eeuw bleek dat hij in de periode van vlak voor 1945 bij een Duitse eenheid zat die je zou kunnen bestempelen als nogal fors verkeerd (overigens, voor welke Duitser van dezelfde leeftijd gold niet iets soortgelijks), waardoor wij vanwege omroep Max tot groot leedwezen veler verstoken moeten blijven van de herhaling van zo’n 281 misdaden die anders onopgelost zouden zijn gebleven – had zijn domicilie gekozen in de hoofdstad van de deelstaat Beieren: München. Wie meer dan één aflevering gezien heeft, weet dat de misdaden altijd plaatsvonden in de familiaire sfeer van de upper class van de stad waar wij in 1988 Europees kampioen voetbal werden. Zonder uitzondering kregen we daarbij een inmiddels gedateerd inkijkje in het interieur van de rijken ter plekke.
Ja, wij verfoeiden de Tros begin jaren 80 om zoveel vullis dat er per ether over ons werd uitgestort, maar van Derrick kregen we nooit genoeg.
Veel te vroeg zaten we in Füssen aan het ontbijt, zodat we tegen tienen de stad uitreden. De heuvels in de omgeving, waar zoveel Ludwig II-rijkdom ons gisteren nog tegemoet kwam, dampen van de opstijgende regen. Het Disneykasteel van gisteren is lelijk in nevelen gehuld, slechts de wetenschap dat het zich dáár ongeveer bevindt, is ons deel.
Na een kilometer of 20 noordwaarts, in felle regen, en door opspattend water dat met de wissers aan de voor- en achterzijde terzijde wordt geschoven, gaan we even van de Alpenstrasze af, met reden.
Langs deze weg, die dan weer de Romantische Strasze wordt genoemd, al blijft volkomen onduidelijk waarom, ligt de Wieskirche. Een voorbeeld van waarom men in de 18e eeuw beter bij de barok had kunnen blijven. Die was al wat uitbundig, wel, dat kon in de rococo alleen nog maar worden overtroffen.
Maar omdat de Unesco het wil, hebben we het bekeken.
En door over de Romantische Strasze, terug op de Alpen-, tot aan Garmisch-Partenkirchen, waarvan vanuit het noorden gekomen het eerste deel rechts ligt en het tweede deel links. Tezamen – jawel – Olympische spelen 1936.
Even verderop splitst de weg zich in de aftakking naar de Brennerpas en door over de Alpenstrasze. Omdat wij geen 30 tonnen diesel hebben, gaan we links. En omdat het nogal slecht weer is, skippen we de omgekeerde U en nemen we een kortroute. Die leidt ons over een echte, ouderwetse tolweg, waarvoor we 6 euro betalen, wat ten opzichte van het autobahnvignet in Zwitserland weer goed betaald is: 50 cent de kilometer. Weliswaar zitten we in Zwitserland op 1,50 de km, maar daar komen we later nog ruimschoots terug.
Langs deze route is er niks te beleven: geen dorpje, geen mensen, geen verkeer, niks. Ja, een bult van 14 procent waarvoor we worden gewaarschuwd met het bord sneeuwketting en de begroeting dat we Duitsland binnenrijden (waren we daar dan niet?), maar verder niks.
Tot aan de Tegernsee. En dan komt het. Volgens onze Engelstalige (!) gids van Beieren, is dit de plek waar mondain München zich verpoost als ze niet moeten flaneren in die stad. Aan dit meer, niet zo ver van München vandaan, verpoost de upper class zich. Derrick is nooit ver weg.
Nou, het regent en we gaan informeren bij de VVV of er misschien een goede hotelkamer beschikbaar is. De man achter de balie behulpzaamt stevig en geeft aan dat alles mogelijk is, al naar gelang ons budget. Nu, we komen uit op Luitpold, aan See (meer). Dus passend in het thema van Water naar de See en vooral passend bij onze beurs in combi met onze wensen. We hebben dan ook een tweekamer-kamer die fors te noemen is, met een balkon van 8x2, met uitzicht over blauw water.
Verder klopt alles in het hotel, de staf, het eten, de bar, alles. Alles, nou, niet álles. Bij de VVV werd dit hotel omschreven als Jugendstil en we zoeken nog steeds naar de bijbehorende details. Zelf wonend in een huis uit 1904 in die stijl, vinden we onszelf kenner op het gebied en hoewel het hotel tiptop is, is dat nog niet gevonden. Wel kraakt de trap lekker en ligt er sisal op de treden. Pluspunt.
Wat ook een pluspunt is, is dat de hulpdiensten die hotel goed weten te vinden. Een van de stafleden blijkt haar hoofd te hebben gestoten tot bloedens toe en de Notarzt komt even een verbandje aanleggen.
We hebben geen ambitie in welke richting dan ook, als het gaat om medische aangelegenheden, maar prettig is het wel.
De tulband staat haar overigens heel goed.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!