water-naar-de-see.reismee.nl

Code oranje

De reis naar de Bodensee was niet het doel van de vakantie, dat is de rondtrip langs allerlei meren, waarvan voornoemde de eerste was. Uiteindelijk komen we ergens in de Italiaanse meren terecht (en daarna in de Champagne en daarna thuis) en om daar te komen, moeten we eerst naar de Königsee.
Dat gaat via de Deutsche Alpenstrasze, een weg van 450 kilometer die op de kaart keurig met blauwe puntjes is aangegeven. Ja, wij rijden nog met papieren kaarten, zo van die dingen die scheuren en waarvan de plek waar je naartoe wilt altijd net voorbij de naad op de andere kant staat, waardoor je twee vierkante meter papier in een veel te kleine ruimte moet omvouwen, wat weer nieuwe scheuren veroorzaakt.
Tegenwoordig heb je van die onscheurbare kaarten van een soort flinterdun plexiglas. Die heb ik thuis, van Friesland en van Amerika. Hier heb ik papieren kaarten die tgggggg doen als je ze openvouwt.
De Alpenstrasze werd door Duitsland aangelegd in 1927 als toeristische route – en je zou denken, hadden ze toen niks anders aan hun hoofd? Blijkbaar. Mazzel voor ons, want de eerste 150 kilometer zijn prettig, mooi en aangenaam. Strak asfalt, niet te druk, veel belluidende koeien links en rechts en net als de alpenweiden ons gaan vervelen staat er wel weer ergens een kerktoren met een oversized ui op z’n dak in de weg.
Maar voor het zover is, eerst opbreken op de camping. We waren elkaar collectief zat, anders gezegd, met wie we al drie dagen een weitje deelden, pakken allen hun spullen en gaan ieders weegs. Wij de onze. Als laatste. Maar dat heeft een reden.
Zo’n De Waard is nogal katoenig van aard. En als je een dampige nacht hebt, is ‘ie in de ochtend nog nat. Kun je een paar dingen doen: nat inpakken, droogdeppen of lekker in de zon laten drogen en wachten tot het zover is. We kiezen voor het laatste. Genoeg andere klussen te doen, zoals het voeren van de mussen met het laatste kaiserbrötchen dat we hebben.
Het werd geen warm afscheid van allen die er vandoor gingen. Daarvoor was het dreinend kindergehalte te fors. Er werd danig te hard gegild, gejankt, gerend, gejammerd, verveeld, en andere dingen die 0-5 jarigen doen. Moeten ze lekker zelf weten, maar dan graag decibelloos. Ik zit de hele dag op mijn werk al in het lawaai dat nergens over gaat, dus wil ik de vakantie daar graag van verschoond zien.
Om 11 uur rijden we de 12 op bij Lindau, waar de Alpenstrasze begint. Onmiddellijk heb ik er al spijt van dat ik mijn ringel-S nergens kan vinden.
Nog voor we het eerste stadje hebben bereikt, ga ik al helemaal fout in de navigatie. We moeten rechtsaf, de 308 op en niet rechtdoor langs de Liebknechtfabriek. Dat kost een klein 10 kilometer omrijden om weer op de juiste route te komen, maar gaat gelukkig na de fabriek niet ten koste van het Alpenlandschap.
Zo stiefelen we lekker een endje door, waarbij er hier en daar een pas wordt overgestoken en ik rakelings langs skioord Oberstdorf scheer, alwaar ik collegiaal jaar in jaar uit bij de Indiër dolblij was met Zimmer zwölf. Waar blijft de tijd?
Nadat we werken 33, 34 en 35 hebben gezien, gepasseerd en overleefd, doemt in de verte het Disneykasteel van Ludwig II op: Neuschwanstein. Nu ben ik er al vier keer geweest, waarvan twee keer ook binnen, maar dat is nooit genoeg. Nogmaals entrez, dus.
En het valt weer niet tegen. Ook fijn om te ontdekken dat er in technische zin sinds vorige keer een en ander is geëvolueerd. De gids die een belachelijk grote groep onder zijn hoede moet nemen (20 is toch echt de max, aldus deze ervaren spoorwegmuseumgids), heeft een microfoon en wij allen hebben een luidspreker. Dus wat hij op normale toon zegt, kunnen we op normale toon verstaan.
Als er niet weer een tweejarige danig de feestvreugd weet te versjteren met het telkenmale op de grond gooien van zijn eigen onmachtige lijf, dat vrijwel onmiddellijk door zijn moeder tot huilens toe uit de kom wordt getrokken.
Ergens op de ochtend hadden we al van de kampeerjuf in Lindau begrepen dat het slecht weer zou worden, van de buienradar begrepen dat het slecht weer zou worden en uit eigen waarneming dit geconcludeerd.
Code oranje dus. En dat betekent hotel.
Toch is onze tocht naar het kasteel schadevrij, en ook de terugtocht. En het inkwartieren. Maar daarna gaat het helemaal los, wanneer we de 100 meter willen slechten die ons scheidt van het oude centrum van Füssen. Zo erg, dat ik op de hoek van de straat voor het allereerst in mijn leven een paraplu koop.
Sommige dingen stel je in het leven uit tot het echt niet anders kan. Dit was overmacht-exces.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!